Werkgever treft onvoldoende beschermingsmaatregelen tegen besmetting met coronavirus

Werkgever treft onvoldoende beschermingsmaatregelen tegen besmetting met coronavirus
Datum: 16-01-2021
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2021 / 408
Vindplaats: Kantonrechter Maastricht 1 oktober 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:7495
Uitspraak

Een werknemer die geweigerd had te komen werken zo lang de werkgever niet voldoende beschermingsmaatregelen had getroffen tegen besmetting met het coronavirus, had recht op loon omdat de werkgever niet gezorgd had voor een veilige werkplek en veilige werkomstandigheden.

Bij een administratie- en belastingadvieskantoor werkte een werkneemster in de functie van secretaresse/receptioniste. Bij de uitbraak van het coronavirus in maart 2020 schreef de werkgever in een e-mailbericht dat er niet thuis gewerkt mocht worden. Werknemers die als gevolg van de overheidsmaatregelen niet zouden kunnen of willen werken, konden vakantiedagen opnemen. Een dag na de verzending van dit e-mailbericht meldde de werkneemster zich ziek wegens keelklachten. Als zij (pas in mei 2020) door de bedrijfsarts wordt gecontroleerd, wordt zij arbeidsongeschikt verklaard. Vanaf juni 2020 betaalt de werkgever het salaris niet meer.
De werkneemster vordert daarop in kort geding dat de werkgever het loon aan haar doorbetaalt. Daartoe stelt de werkneemster dat zij chronisch hartfalen heeft en daarmee behoort tot de zogenaamde “risicogroep”, voor wie besmetting met het coronavirus een groot risico zou inhouden op een ernstig beloop van de ziekte. De werkneemster werkt aan een balie waarlangs veel mensen lopen. Zonder voldoende beschermingsmaatregelen levert het werken aan die balie voor haar geen veilige werkomgeving op, zo stelt zij. Zij biedt zelfs aan om de kosten van de te treffen maatregelen zelf te betalen. Bij een bezoek door de arts van de arbodienst in juni 2020 blijkt de werkplek niet te zijn ingericht conform de adviezen van de overheid, omdat de looproute langs de balie niet is afgeschermd met plexiglas.
De werkgever verweert zich door te stellen dat de werkzaamheden van de werkneemster niet van thuis uit kunnen worden gedaan en stelt wel maatregelen te hebben genomen om de werkneemster een veilige werkplek te bieden.
De kantonrechter oordeelt echter dat onweersproken vaststaat dat bij de balie geen spatschermen bestonden toen de arts van de arbodienst de werkplek bezocht. Ook had de werkneemster onweersproken gesteld dat haar buurvrouw bij een bezoek aan het kantoor in augustus 2020 had vastgesteld dat onvoldoende maatregelen waren getroffen. Daarvan waren bovendien foto’s overgelegd. Onder die omstandigheden kan aan de werkneemster niet worden tegengeworpen dat zij niet op de werkplek wilde verschijnen. Ook had de werkgever niet gereageerd op het aanbod van de werkneemster om andere werkzaamheden te verrichten die zij wel thuis zou kunnen doen. Evenmin had de werkgever thuiswerkmogelijkheden gefaciliteerd, bijvoorbeeld door het doorschakelen van de telefoon of door het verzorgen van een online verbinding met de computer bij de werkneemster thuis. Van werkweigering was daarom geen sprake en het niet werken ontsloeg de werkgever dus niet van de loondoorbetalingverplichting.
Daar kwam nog eens bij dat dat de werkgever na advies van de arts van de arbodienst niet had meegewerkt aan mediation en dat hij had geweigerd om op andere wijze dan door middel van een fysiek gesprek met de werkneemster in gesprek te komen. Tenslotte had de werkgever geweigerd om verder mee te werken aan re-integratie en begeleiding van het ziekteverzuim.


Commentaar

De werkgever had het in deze kwestie natuurlijk op een aantal verschillende manieren niet goed gedaan. Zou de werkgever de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen wel hebben getroffen, dan zou de werkneemster waarschijnlijk wel verplicht zijn geweest om op het bedrijf te verschijnen om te komen werken, ondanks het thuiswerkadvies van de overheid en niettegenstaande het feit dat de werkneemster tot de zogenaamde “risicogroep” behoorde. Dat neemt niet weg dat de situatie zich kan voordoen dat een werknemer, ondanks het treffen van maximale veiligheidsmaatregelen, niet verplicht kan worden om te komen werken. Dat zou het geval kunnen zijn als de risico’s voor besmetting niet voldoende kunnen worden beperkt en als de gezondheidstoestand van de werknemer zodanig is dat de gevolgen van een besmetting voor de werknemer te ernstig zouden zijn. Of dat het geval is zou moeten worden beoordeeld door de bedrijfsarts en eventueel door een arbeidsdeskundige. Zou zich een dergelijk geval voordoen dan zou de werknemer arbeidsongeschikt zijn. Immers: als gevolg van beperkingen voortvloeiend uit ziekte zou de werknemer niet in staat zijn de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Dat de gezondheidstoestand van de werknemer niet anders is dan voor de uitbraak van het coronavirus doet daaraan niet af. De werkgever moet dus in dat geval het protocol van de Wet verbetering poortwachter volgen en loon tijdens ziekte betalen.