Vormt thuiswachtdienst arbeidstijd?

Jaar en kwartaal
2018, 2e kwartaal
Nummer
8

Bronnen:

Op grond van artikel 6 van de Arbeidstijdenrichtlijn (Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 299, blz. 9)) bedraagt de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd maximaal 48 uur.

In artikel 2 wordt "arbeidstijd” gedefinieerd als: "de tijd waarin de werknemer werkzaam is, ter beschikking van de werkgever staat en zijn werkzaamheden of functie uitoefent, overeenkomstig de nationale wetten en/of gebruiken” en wordt "rusttijd gedefinieerd als "de tijd die geen arbeidstijd is”.

Een Belgische brandweervrijwilliger was verplicht om tijdens een bereikbaarheidsdienst ("thuiswachtdienst”) binnen een zodanige afstand van de brandweerkazerne te verblijven dat het hem onder normale verkeersomstandigheden niet meer dan acht minuten zou kosten om bij de kazerne te arriveren. De brandweervrijwilliger was een gerechtelijke procedure gestart waarbij hij van de gemeente Nijvel betaling van één euro vorderde als vergoeding voor zijn prestaties tijdens deze thuiswachtdiensten. De Belgische rechter had in verband met deze procedure prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie gesteld over de uitleg van de Arbeidstijdenrichtlijn.

Het Hof wijst er allereerst op dat de Arbeidstijdenrichtlijn een eigen, ruim werknemersbegrip kent, waar ook de brandweervrijwilliger onder valt.

Verwijzend naar eerdere jurisprudentie stelt het Hof dat:
- het voor de vraag of sprake is van arbeidstijd niet relevant is welke intensiteit of rendement de verrichte arbeid heeft (HvJEU 1 december 2005, Dellas e.a., C-14/04, ECLI:EU:C:2005:728, punt 43);
- fysieke aanwezigheid en beschikbaarheidvan de werknemer op de werkplek tijdens de wachtdienst met het oog op het verrichten van beroepswerkzaamheden onder de uitoefening van de functie valt, ook al varieert de ontplooide activiteit al naar gelang de omstandigheden (HvJEU 3 oktober 2000, Simap, C-303/98, ECLI:EU:C:2000:528, punt 48);
- voor de kwalificatie als arbeidstijd beslissend is dat de werknemer fysiek aanwezig moet zijn op een door de werkgever aangegeven plaats en zich daar ter beschikking van de werkgever moet houdenom indien nodig onmiddellijk de nodige prestaties te kunnen leveren, aangezien deze verplichtingen, waardoor de betrokken werknemers hun plaats van verblijf tijdens de wachttijd niet vrij kunnen kiezen, deel uitmaken van de uitoefening van hun functies (HvJEU 9 september 2003, Jaeger, C-151/02, ECLI:EU:C:2003:437, punt 63, en HvJEU 4 maart 2011, Grigore, C-258/10, ECLI:EU:C:2011:122, punt 53);
- de situatie anders ligt wanneer de werknemer een bereikbaarheidsdienst verricht waarbij hij permanent beschikbaar moet zijn maar zonder dat hij op de werkplek aanwezig moet zijn omdat hij in die situatie zijn tijd vrijer kan besteden en zich met zijn eigen zaken kan bezig houden, in welke omstandigheden alleen de tijd die is verbonden met het werkelijk verrichten van diensten wordt beschouwd als arbeidstijd (HvJEU 9 september 2003, Jaeger, C-151/02, ECLI:EU:C:2003:437, punt 65).

Volgens het Hof vormen de verplichting om fysiek aanwezig te blijven op een door de werkgever aangewezen plaats en de verplichting die qua plaats en tijd voortvloeit uit de eis om binnen acht minuten op de werkplek te arriveren een objectieve beperking voor de werknemer om zich aan zijn persoonlijke en sociale interesses te wijden. Daarin verschilt de thuiswachtdienst van een gewone wachtdienst. Het Hof beslist daarom dat de tijd waarin een werknemer thuis een wachtdienst moet verrichten en zich daar ter beschikking van de werkgever moet houden om binnen acht minuten op zijn werkplek te arriveren, als arbeidstijd geldt.

Het Hof herhaalt overigens ook dat de Arbeidstijdenrichtlijn niet de beloning regelt en dat de Arbeidstijdenrichtlijn er dan ook niet aan in de weg staat dat nationale wetgeving de beloning regelt op een wijze die niet aansluit bij de verdeling van arbeidstijd en rusttijd in de Arbeidstijdenrichtlijn.