Premiekorting oudere werknemers

Jaar en kwartaal
2008, 4e kwartaal
Nummer
6

Bronnen:

  • Wijziging o.m. Wet financiering sociale verzekeringen (invoering premiekorting in dienst nemen uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en in dienst houden werknemers van 62 jaar en ouder), wetsontwerp 31707
  • Persbericht Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid  van 28 november 2008, nummer 08/032 
 Werkgevers kunnen vermoedelijk per 1 januari 2009 gedurende drie jaar een premiekorting van € 6.500 per jaar toepassen bij het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder. Een werkgever kan deze premiekorting ook gaan toepassen bij het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder. Deze korting bedraagt echter tot € 2013 € 2.750. Het bedrag van € 6.500 wordt naar evenredigheid verminderd bij een part-time dienstverband.

Deze premiekortingen komen in de plaats van de huidige premievrijstelling voor oudere werknemers, zij het dat voor de bestaande premievrijstellingsregeling overgangsrecht geldt. In de huidige situatie geldt bij het in dienst nemen van werknemers die ouder zijn dan 50 jaar én het in dienst hebben van werknemers ouder dan 54,5 jaar een premievrijstelling van gemiddeld circa € 1.500 per jaar.

Met dit wetsvoorstel wil de huidige regeling van de premievrijstelling voor oudere werknemers effectiever maken door van de vrijstelling een korting te maken. De nieuwe regeling is ook specifieker gericht op verlaging van de loonkosten van die groepen oudere werknemers, voor wie werkgevers het meest gestimuleerd moeten worden hen aan te nemen, respectievelijk in dienst te houden. Het gaat hierbij om uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en werknemers vanaf 62 jaar.

Hoewel het voorstel een uitbreiding betekent van de te besparen premie, geldt het voorstel anderszins voor een beperktere groep werknemers doordat het voor wat betreft de werknemers van 50 jaar of ouder moet gaan om uitkeringsgerechtigden. Die eis geldt niet voor de huidige premievrijstellingsregeling.

Het overgangrecht van de huidige premievrijstellingsregeling voor oudere werknemers behelst dat de bestaande regeling tot en met het jaar 2016 blijft bestaan voor werknemers voor wie de regeling al werd toegepast en die op de dag vóór die van de wetswijziging (vermoedelijk 1 januari 2009) tussen de 54,5 en 62 jaar oud waren. Voor werknemers die 62 jaar of ouder zijn kan de nieuwe regeling worden toegepast.

Het wetsvoorstel vloeit voort uit de aanbevelingen van de Commissie Arbeidsparticipatie (Commissie Bakker).

Het wetsvoorstel is inmiddels door de Tweede Kamer aanvaard.

Daarnaast wil de regering vanaf 1 juli 2009 de arbeidsmarktpositie van oudere langdurig werkloze werknemers verbeteren door aan werkgevers de loonkosten te vergoeden als deze werknemers ziek worden. Het moet dan gaan om werknemers die voorafgaand aan de indiensttreding tenminste 52 weken werkloos waren en die tenminste 55 jaar of ouder zijn. De eerste ziektedag moet vallen binnen de eerste vijf jaar van het dienstverband. De eerste dertien weken van het loon blijven voor rekening van de werkgever.

Per 1 juli 2019 wil de regering de regeling weer intrekken, omdat de regering er van uit gaat dat de arbeidsmarkt dan door vergrijzing zo veel krapper is geworden dat de compensatieregeling dan niet meer nodig zal zijn en omdat de werknemers die de doelgroep van de regeling vormen dan met pensioen zijn.

Het wetsvoorstel dat ziet op de vergoeding van de loonkosten van ziek oudere werknemers is ingediend bij de Raad van State. De tekst wordt pas openbaar na indiening bij de Tweede Kamer.