Voorstel van wet tot wijziging van de Ziektewet
en enige andere wetten om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van
vangnetters te beperken (Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
vangnetters), wetsvoorstel nummer: 33241 d.d. 23 april 2012
De regering heeft bij de Tweede Kamer
een wetsvoorstel ingediend dat er voor moet zorgen dat minder werknemers vanuit
de Ziektewet instromen in de WIA. Van de instroom in de WIA is inmiddels meer
dan de helft afkomstig uit de Ziektewet, terwijl werknemers met een
Ziektewetuitkering een aanzienlijk kleiner deel van het verzekerdenbestand
vormen. Waar de instroom van andere werknemers sinds 2003 met bijna 60% is
gedaald, is de instroom van werknemers vanuit de Ziektewet op hetzelfde hoge
niveau gebleven. Bovendien groeit het aantal werknemers met een tijdelijk
dienstverband waardoor in de toekomst meer werknemers een beroep op de Ziektewet
zullen doen.
De regering wil daarom de activerende
werking van de Ziektewet versterken en prikkels aan werkgevers geven door een
andere wijze van financieren van Ziektewet- en WGA-uitkeringen.
Beroep op de Ziektewet staat open voor
zogenaamde "vangnetters". Deze zijn te verdelen in twee groepen:
werknemers die geen werkgever (meer) hebben die
hen het loon tijdens ziekte doorbetaalt, zoals werknemers waarvan de
arbeidsovereenkomst tijdens ziekte is geëindigd (doorgaans door het verstrijken
van de overeengekomen duur of met een beroep op het proeftijdbeding), zieke
uitzendkrachten en zieke werklozen die zonder ziekte recht zouden hebben op een
WW-uitkering;
werknemers die wel nog een werkgever hebben die
hen het loon tijdens ziekte doorbetaalt, maar die vanwege een (in de ogen van
werkgevers) hoog ziekterisico toch een Ziektewetuitkering krijgen die de
werkgever met het tijdens ziekte door te betalen loon kan verrekenen, te weten:
werknemers met een structurele functionele beperking (zoals werknemers die een
WAO- of WIA-uitkering hebben of de laatste vijf jaar hebben gehad; de
zogenaamde "no-riskpolis") werkneemsters die ziek zijn wegens zwangerschap of
bevalling en werknemers die ziek zijn als gevolg van orgaandonatie.
De maatregelen gelden vooral de
eerste groep vangnetters.
aanpassing
arbeidsongeschiktheidscriterium
De activerende maatregelen die
de wetgever wil treffen betreffen allereerst de aanpassing van het criterium
dat geldt om recht te doen gelden op een Ziektewetuitkering. In de eerste 52
weken blijft dit het ongeschikt zijn voor eigen arbeid ("zijn arbeid") maar na
de eerste 52 weken wordt dit het WIA-criterium waardoor werknemers alleen nog
een Ziektewetuitkering krijgen als zij niet in staat zijn om met alle algemeen
geaccepteerde arbeid meer te verdienen dan 65% van het maatmaninkomen. Het nieuwe
arbeidsongeschiktheidscriterium geldt niet voor werknemers die nog een
werkgever hebben die hen het loon doorbetaalt.
Het bovenstaande betekent dat
het UWV bij vangnetters zonder werkgever al na 52 weken een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
moet doen. De maatregel zal dus een extra beslag leggen op de beperkte
capaciteit aan verzekeringsartsen van het UWV.
Het nieuwe
arbeidsongeschiktheidscriterium zal gaan gelden voor werknemers die arbeidsongeschikt
worden na de datum van inwerkingtreding van de wet (gestreefd wordt naar inwerkingtreding
per 1 januari 2013).
invoering arbeidsverledeneis
In navolging van de
WIA-uitkering gaat de Ziektewetuitkering uit twee delen bestaan, een
loongerelateerde uitkering en een minimumuitkering. De duur van de
loongerelateerde uitkering hangt, net als de WW-uitkering en de
loongerelateerde WGA-uitkering, af van het arbeidsverleden van de werknemer.
De loongerelateerde
Ziektewetuitkering bedraagt 70% van het laatstgenoten loon. Deze loongerelateerde
uitkering ontvangt de werknemer gedurende één maand per dienstjaar arbeidsverleden
(waarvoor dezelfde criteria gelden als bij de WW-uitkering en loongerelateerde
WGA-uitkering) maar minimaal gedurende drie maanden en maximaal 104 weken.
De minimumuitkering die de
werknemer daarna ontvangt bedraagt 70% van het minimumloon. Inkomen uit arbeid
dat de werknemer in deze periode geniet wordt voor 70% verrekend met de
uitkering.
De invoering van de
arbeidsverledeneis en de introductie van de minimumuitkering gelden niet voor
werknemers die nog een werkgever hebben die hen het loon doorbetaalt.
Ook deze nieuwe maatregel zal
gaan gelden voor werknemers die arbeidsongeschikt worden na de datum van
inwerkingtreding van de wet.
aanscherping
re-integratieverplichtingen van de werknemer
De re-integratieverplichtingen
van vangnetters (nu nog vooral inhoudend dat meegewerkt moet worden aan
passende arbeid) worden vorm gegeven zoals thans het geval is in de WIA.
Dat betekent dat werknemers met
een Ziektewetuitkering voortaan ook de volgende re-integratieverplichtingen
hebben:
ondergaan van een adequate behandeling;
sollicitatieplicht;
(bij)scholing;
proefplaatsing;
aanpakken van verslaving of
schuldenproblematiek.
Ook de aanscherping van de
re-integratieverplichtingen geldt alleen voor werknemers die arbeidsongeschikt
worden na de datum van inwerkingtreding van de wet.
andere wijze van financieren
van Ziektewet- en WGA-uitkeringen
De inkomensvoorziening van zieke
werknemers is thans op vier verschillende manieren gefinancierd:
eerste 104 weken
vaste werknemers
loondoorbetaling tijdens ziekte
privaat
flexwerkers
Ziektewetuitkering
publiek (sectorgewijs omgeslagen) of privaat (eigenrisicodragen)
De regering wil met ingang van
2014 de financiering van de Ziektewetuitkering wijzigen door de
Ziektewetuitkeringen van vangnetters niet langer per sector om te slaan door
middel van de sectorpremies maar door deze voor grote werkgevers individueel om
te slaan, voor kleine werkgevers per sector te blijven omslaan en voor
middelgrote werkgevers deels per sector en deels individueel om te slaan.
Als grote werkgever wordt
beschouwd de werkgever met een loonsom die groter is dan 100 maal de gemiddelde
loonsom. Indien aangesloten wordt bij de wetgeving op het gebied van de
gedifferentieerde WGA-premie (hetgeen voor de hand ligt) dan zou dit in 2012
betekend hebben: een premieplichtige loonsom van meer dan € 3.020.000 in 2010.
Als de definitie van kleine werkgever hierbij gelijk blijft (hetgeen voor de
hand ligt) dan zou dat in 2012 betekend hebben: een premieplichtige loonsom van
niet meer dan € 755.000 in 2010. De groep middelgroot zou dan daartussen in
zitten.
De reeds bestaande (maar tot nu
toe vooral door uitzendbureaus benutte) mogelijkheid van eigenrisicodragen ten
aanzien van de Ziektewetuitkering blijft hierbij bestaan. Wel vervalt met
ingang van 2013 de verplichting om bij eigenrisicodragen een garantie te
stellen, zodat een werkgever nu gemakkelijker ook zonder verzekering
eigenrisicodrager kan worden. Er zal een publieke premie geheven worden van
alle werkgevers (ook die welke eigenrisicodrager zijn) om de uitkeringen te
financieren van de Ziektewetuitkering van ex-werknemers van werkgevers die
eigenrisicodrager worden (de zogenaamde staartlasten). Een werkgever die
besluit om eigenrisicodrager voor de Ziektewet te worden heeft dus geen
inlooprisico te verzekeren.
wijziging financiering WGA-uitkeringen van vangnetters
Met ingang van 2014 wil de
regering ook premiedifferentiatie introduceren voor de financiering van de
WGA-uitkeringen van vangnetters.
Ook hier wordt op de hierboven
genoemde wijze onderscheid gemaakt tussen kleine, middelgrote en grote
werkgevers, waarbij voor kleine werkgevers sectorale premiedifferentiatie gaat
gelden, voor grote werkgevers individuele premiedifferentiatie en voor
middelgrote werkgevers deels sectorale en deels individuele
premiedifferentiatie.
Vanaf 2014 verdwijnt ten aanzien
van de WGA-uitkering van niet-vangnetters de individuele premiedifferentatie
voor kleine werkgevers en wordt deze vervangen door een systeem waarbij
onderscheid gemaakt wordt tussen kleine, middelgrote en grote werkgevers waarbij
voor kleine werkgevers sectorale premiedifferentiatie gaat gelden, voor grote
werkgevers individuele premiedifferentiatie blijft gelden en voor middelgrote
werkgevers deels sectorale en deels individuele premiedifferentiatie gaat
gelden.
Pas in 2016 zal het ook mogelijk
zijn om eigenrisicodrager te worden voor deze WGA-uitkeringen van vangnetters,
maar dan uitsluitend in combinatie met de WGA-uitkeringen van andere
werknemers. Eigenrisicodragers voor de WGA moeten dan een garantie overleggen
die ook voorziet in de dekking van WGA-uitkeringen van vangnetters, bij gebreke
waarvan zij geen eigenrisicodrager voor de WGA meer zijn.
Kleine werkgevers die
eigenrisicodrager worden hoeven daarbij de uitkeringen van WGA-uitkeringen van
vangnetters die al arbeidsongeschikt zijn of al een WGA-uitkering hebben (het
inlooprisico) niet zelf te betalen als zij besluiten eigenrisicodrager te
worden. Deze zogenaamde staartlasten worden voor kleine werkgevers gefinancierd
uit een publieke premie die zowel publiek als privaat verzekerde werkgevers
(dus ook eigenrisicodragers) moeten betalen. Voor middelgrote werkgevers zal
gelden dat een deel van de staartlasten op deze manier wordt gefinancierd en
dat zij een deel zelf moeten betalen.
Of er aanleiding is om de
publieke premie te verhogen (de zogenaamde "rentehobbel"), omdat het UWV de
hoogte van de gedifferentieerde premie bepaalt op grond van het aantal
WGA-uitkeringen dat in een bepaald premiejaar moet worden uitbetaald
(omslagstelsel, waarbij de hoogte van de premie wordt bepaald door in het
verleden gerealiseerde risicoâs) terwijl private verzekeraars de hoogte van de
premie over een bepaald jaar moeten bepalen op basis van al hetgeen in de
toekomst zal moeten worden uitgekeerd aan een werknemer die in dat jaar arbeidsongeschikt
zou worden (rente- of kapitaaldekkingsstelsel, waarbij de hoogte van de premie
wordt bepaald door de risicoâs die in de toekomst worden gelopen), zal op een
later moment worden bepaald.
Met ingang van 2014 wordt de
situatie met betrekking tot de financiering van de inkomensvoorziening van
zieke werknemers dus als volgt:
grote werkgevers: individuele omslagofprivaat (eigenrisicodragen)
overige maatregelen
Tenslotte zal het UWV meer
ruimte krijgen om met werkgevers convenanten te sluiten over de re-integratie
en bemiddeling van vangnetters en wordt de mogelijkheid van proefplaatsing van
vangnetters, waardoor zij met behoud van uitkering op proef kunnen werken bij
werkgevers, verruimd van drie naar zes maanden.
Met invoering van dit wetsvoorstel
ziet de regering af van een eerder voorgenomen maatregel waarbij uitzendbureaus
de eerste twee weken van ziekte loon zouden moeten betalen aan zieke
uitzendkrachten.
Conclusie
Als
gevolg van bovenstaande maatregelen dienen werkgevers een nieuwe afweging te
maken ten aanzien van de vraag of zij met ingang van 2014 al dan niet eigenrisicodrager
willen zijn (dat wil zeggen: willen blijven of willen worden) ten aanzien van
de Ziektewet en ten aanzien van de WGA. Middelgrote en grote werkgevers doen er
goed aan om met ingang van 1 januari 2012 te registeren welke werknemers ziek
uit dienst gaan (dan wel, voor zover bekend, zich ziek melden binnen vier weken
na het einde van de arbeidsovereenkomst) omdat voor hen bij de vraag of men per
1 januari 2014 eigenrisicodrager voor de WGA wil worden het inlooprisico van de
vangnetters een rol speelt.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en werknemersverzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 2 december 2024: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 3 december 2024: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 4 december 2024: Van der Valk Hotel Zwolle
- maandag 9 december 2024: Flonk Hotel Groningen Zuid (of online)
- dinsdag 10 december 2024: Novotel Hotel Eindhoven (Best)
- woensdag 11 december 2024: Van der Valk Hotel Middelburg (of online)
- donderdag 12 december 2024: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
- donderdag 19 december 2024: Van der Valk Hotel Dordrecht
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van maandag 9 december, woensdag 11 december 2024 en donderdag 12 december 2024.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!