Op
1 juli 2015 treedt het deel van de Wet werk en zekerheid dat betrekking heeft
op de herziening van het ontslagrecht in werking.
Als
gevolg daarvan zal onder meer:
het
zogenaamde "duale ontslagstelsel”, waarbij een werkgever in geval van ontslag
van de werknemer de keuze heeft tussen een procedure bij het UWV en een
procedure bij de kantonrechter, vervallen, in die zin dat weliswaar zowel de
procedure bij UWV als de procedure bij de kantonrechter blijven bestaan maar
dat de te volgen procedure afhankelijk wordt van de grond van het ontslag;
de
ontslagvergoeding ("transitievergoeding”) in de wet wordt geregeld,
leeftijdsonafhankelijk wordt en wordt verlaagd ten opzichte van de
ontslagvergoeding volgens de kantonrechtersformule;
de
ontslagprocedures worden verkort;
steeds
hoger beroep en cassatie mogelijk zal zijn.
Als
gevolg van deze wijziging zal het naar verwachting moeilijker worden om een
werknemer te ontslaan omdat niet alleen het UWV (zoals nu ook het geval is)
maar ook de kantonrechter gebonden zal zijn aan wettelijke regels die aangeven
wanneer wel en niet tot ontslag kan worden overgegaan. Verder zal de werkgever
in veel meer gevallen een ontslagvergoeding verschuldigd zijn, die lager is dan
de vergoeding die in veel gevallen volgens de kantonrechtersformule
verschuldigd zou zijn.
Van
belang is natuurlijk wanneer het nieuwe ontslagrecht van toepassing is. Dat
wordt geregeld in de overgangsbepaling van artikel XXII van de Wet werk en
zekerheid. Daarin is bepaald dat het oude recht van toepassing blijft:
op
een ontslagaanvraag die is gedaan vóór de datum van inwerkingtreding van de wet
(1 juli 2015);
op
een opzegging van de arbeidsovereenkomst die is gedaan na de datum van inwerkingtreding
van de wet als die opzegging is gebaseerd op een ontslagaanvraag die is gedaan
vóór de datum van inwerkingtreding van de wet (1 juli 2015);
op
gedingen over dergelijke ontslagaanvragen en opzeggingen;
op
een opzegging van de arbeidsovereenkomst die is gedaan vóór de datum van inwerkingtreding
van de wet (1 juli 2015);
op
gedingen over een dergelijke opzegging;
op
een geding dat is aangevangen vóór de datum van inwerkingtreding van de wet (1
juli 2015).
Met
een geding is bedoeld de procedure in alle instanties (eerste aanleg, hoger
beroep en cassatie).
Indien
een ontslagvergunning is aangevraagd vóór 1 juli 2015 en de arbeidsovereenkomst
op basis van de vervolgens verkregen ontslagvergunning wordt opgezegd na 1 juli
2015, is de werkgever ook nog niet de transitievergoeding aan de werknemer
verschuldigd. De overgangsbepaling van artikel XXII verklaart dan namelijk nog
de oude tekst van alle artikelen van afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van het
Burgerlijk Wetboek van toepassing. Aangezien daartoe ook de bepaling van
artikel 7:673, waarin de transitievergoeding is geregeld, behoort, is ten
aanzien van de bovenbedoelde opzegging nog niet de wettelijke bepaling inzake
de transitievergoeding van toepassing.
Ook
voor verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst geldt dat het oude
recht nog van toepassing is als het verzoekschrift vóór 1 juli 2015 is
ingediend. Het ontbindingsverzoek leidt dan immers tot een geding dat is
aangevangen vóór de datum van inwerkingtreding van de wet. Dat betekent dat in
dat geval niet de transitievergoeding verschuldigd is maar de ontslagvergoeding
volgens de kantonrechtersformule. Het betekent ook dat de kantonrechter bij
zijn beslissing op het verzoek nog niet gebonden is aan de ontslaggronden van
artikel 7:669 B.W. maar uit mag gaan van de ruimere ontbindingsgronden zoals
die nu nog zijn vermeld in artikel 7:685 B.W.
Artikel
XXII verklaart die oude tekst van de wet nog van toepassing door de bepalingen
van afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing
te verklaren zoals die gelden op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I onderdeel O van de Wet werk en zekerheid. Daarin is de nieuwe
tekst van de bepaling van artikel 7:669 B.W. geregeld (die aangeeft dat voor
ontslag een redelijke grond dient te bestaan). Deze bepaling treedt volgens het
Koninklijk Besluit van 10 juli 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding
van de Wet werk en zekerheid (Staatsblad 2014, nr. 274) in werking op 1 juli
2015. De op 30 juni 2015 geldende tekst van afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van
het Burgerlijk Wetboek is dus van toepassing op de opzegging als de
ontslagvergunning is aangevraagd vóór 1 juli 2015 c.q. als het
ontbindingsverzoek is ingediend vóór 1 juli 2015.
De
transitievergoeding is wel verschuldigd voor elke arbeidsovereenkomst voor
bepaalde tijd die langer dan twee jaar heeft geduurd en die op of na 1 juli
2015 van rechtswege eindigt, als die arbeidsovereenkomst op initiatief van de
werkgever niet wordt voortgezet. Dan is immers geen sprake van een opzegging
als bedoeld in artikel XXII en ook niet van een geding als bedoeld in artikel
XXII en dus geldt de bepaling van artikel 7:673 B.W. inzake de transitievergoeding
dan direct.
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 25 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt! En deze werkgevers verdienden iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 22 maal terug.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!