Meldingsplicht gedetacheerde werknemers uit landen Europese Unie uitgesteld
Jaar en kwartaal
2019, 1e kwartaal
Nummer
10
Bronnen:
Wet van 1 juni 2016, houdende Regeling van de arbeidsvoorwaarden
van gedetacheerde werknemers in verband met de implementatie van Richtlijn
2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de
handhaving van de detacheringsrichtlijn en tot wijziging van de IMI-verordening
over de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt
(Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie)
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 3 oktober 2016, nr. 2016-0000211992, tot vaststelling van
de Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers
in de Europese Unie
Brief van Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 5 oktober 2017
Brief van Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 21
december 2018, Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 34 108, nummer 30
Op 18 juni 2016 is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde
werknemers in de EU ("WagwEU”) in werking getreden. Deze wet regelt een aantal
verplichtingen voor werkgevers en met name voor de internationaal georiënteerde
ondernemingen voor de situatie dat werknemers grensoverschrijdend worden
gedetacheerd in het kader van het vrije verkeer van diensten binnen de Europese
Unie. Met de WagwEU is de sinds 1999 geldende Wet arbeidsvoorwaarden
grensoverschrijdende arbeid komen te vervallen en zijn de Detacheringsrichtlijn
en de Handhavingsrichtlijn in een wet ingevoerd.
Toepassingsbereik WagwE
Het doel van de WagwEU is om gedetacheerde werknemers
sociale bescherming te bieden, waardoor oneerlijke concurrentie en
uitbuiting wordt tegengegaan binnen een EU waarin verschillen
arbeidsvoorwaarden gelden.
De WagwEU is van toepassing op de werknemer die in het kader
van een transnationale dienstverrichting op basis van een arbeidsovereenkomst tijdelijk arbeid verricht in een andere lidstaat dan de staat waar de
werknemer gewoonlijk arbeid verricht, zie artikel 1, vijfde streepje WagwEU.
Hieronder vallen dus niet alleen werknemers die naar Nederland vanuit een
andere lidstaat van de EU worden gedetacheerd, maar ook werknemers die
gedetacheerd worden vanuit Nederland naar een andere lidstaat (zie de artikelen
3, 10 en 11 WagwEU).
Artikel 1, vijfde streepje WagwEU verduidelijkt dat het bij
detachering gaat om tijdelijke arbeid op het grondgebied van een lidstaat door
een werknemer, van wie het gewoonlijke werkland een andere lidstaat is. Iemand
moet dus wel een gewoonlijk werkland hebben; een arbeidskracht die
voortdurend wordt gedetacheerd valt niet onder het toepassingsbereik van de
WagwEU. Wat overigens onder "tijdelijk” moet worden verstaan, wordt niet
duidelijk gemaakt in de WagwEU.
Er zijn drie categorieën van transnationale
dienstverrichting:
- Zuivere detachering: een werknemer die gewoonlijk werkzaam is bij
een onderneming in een lidstaat, wordt in een andere lidstaat tijdelijk
tewerkgesteld in het kader van een te verrichten dienst. De gedetacheerde
werknemer werkt tijdens zijn arbeid in die andere lidstaat onder toezicht en
leiding van de dienstverrichter. De dienstverrichter heeft een overeenkomst
gesloten met de dienstontvanger in de andere lidstaat.
- Intra-concernuitlening: een werknemer die
gewoonlijk werkzaam is bij een onderneming in een lidstaat, wordt ter beschikking
gesteld van een vestiging van die onderneming of aan een tot hetzelfde concern
behorende onderneming in een andere lidstaat.
- Gedetacheerde uitzendarbeid: de
dienstverrichter stelt een werknemer ter beschikking van de dienstontvanger in
een andere lidstaat dan waar de werknemer gewoonlijk werkt. De werknemer is
werkzaam onder toezicht en leiding van de dienstontvanger, maar heeft geen
contractuele relatie met de dienstontvanger. De werknemer heeft een
overeenkomst met de dienstverrichter en de dienstverrichter met de
dienstontvanger. De dienstverrichter ontvangt op basis van deze overeenkomst
een vergoeding van de dienstontvanger voor het ter beschikking stellen van de
werknemer en de door deze te verrichten dienst.
Wanneer bijvoorbeeld een Pools bedrijf hier in Nederland een
project gaat uitvoeren met eigen arbeidskrachten die onder leiding en toezicht
van het Poolse bedrijf werken, is sprake van een zuivere detachering. Bij gedetacheerde uitzendarbeid ligt de
leiding en het toezicht daarentegen niet bij de dienstverrichter (het
uitzendbureau), maar bij de dienstontvanger (de inlener).
Arbeidsvoorwaarden
Artikel 3 WagwEU is gericht op detachering vanuit
Nederland. Deze bepaling is dus van belang voor gedetacheerde werknemers
met Nederland als gewoonlijk werkland en hun werkgevers.
Artikel 3 WagwEU biedt de uit Nederland afkomstige
gedetacheerde werknemer, ongeacht het
recht dat de arbeidsovereenkomst beheerst, ook de mogelijkheid om een beroep te
doen op eventuele gunstigere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in het
tijdelijke werkland. Ook is de werkgever verplicht om zijn langer dan één
maand vanuit Nederland te detacheren werknemers te informeren over
bepaalde aspecten. De werkgever moet de gedetacheerde werknemer voor zijn
vertrek schriftelijk informatie verschaffen over de duur van het werk in
het buitenland, de huisvesting, de toepasselijkheid van Nederlandse
socialezekerheidswetgeving, de muntsoort waarin het loon wordt uitbetaald, de
eventuele vergoedingen die aan de opdracht in het buitenland zijn verbonden en
de wijze waarop de terugkeer geregeld is.
Artikel 2 WagwEU is exclusief gericht op detachering naar
Nederland. In dit artikel wordt de ‘harde kern’ van arbeidsvoorwaarden
weergegeven: artikel 2 WagwEU verklaart
de navolgende bepalingen van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing
op in Nederland gedetacheerde werknemers:
- artikelen 616a tot en met 616f
(ketenaansprakelijkheid voor betaling van het loon)
- artikel 626 (opstellen correcte loonstrook)
- artikelen 634 t/m 642, 645 (vakantie en verlof)
- artikelen 646, 648, 649 (gelijke behandeling)
- artikel 655 (mededelingsplicht bij aanvang
dienstverband)
- artikel 658 (veiligheid op het
werk/aansprakelijkheid arbeidsongevallen)
- artikel 670 lid 2 (opzegverbod bij zwangerschap)
- artikel 7:681 lid 1 sub c (vernietigen opzegging
wegens strijd met gelijke behandeling)
Daarnaast zijn ook de Wet minimumloon en
minimumvakantiebijslag (WML), de Arbeidstijdenwet (ATW), de
Arbeidsomstandighedenwet, de Wet arbeidsallocatie door intermediairs (WAADI) en
de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) van toepassing op gedetacheerde
werknemers in Nederland. Deze wetten zijn van toepassing op iedereen die in
Nederland arbeid verricht.
Met de invoering van artikel 17 WagwEU is artikel 2 Wet AVV
(Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen
van collectieve arbeidsovereenkomsten) gewijzigd en is lid 6 toegevoegd. Daarin
is bepaald dat algemeen verbindend verklaarde CAO-bepalingen, die de
harde kern van arbeidsvoorwaarden betreffen, ook van toepassing zijn. Het gaat
hier bijvoorbeeld om: recht op het
minimumloon, voldoende rusttijden, veilige arbeidsomstandigheden, gelijke
behandeling van mannen en vrouwen, een minimum aantal vakantiedagen.
De Inspectie SZW kan een boete opleggen indien
bovengenoemde bepalingen niet worden nageleefd. Vakbonden kunnen een vordering
instellen indien de harde kern van arbeidsvoorwaarden uit algemeen verbindend
verklaarde cao’s niet wordt nageleefd.
Enkele verplichtingen voor de dienstverrichter c.q. de
buitenlandse werkgever
De uitlener c.q. buitenlandse werkgever dient rekening te
houden met een aantal in de WagwEU vastgelegde verplichtingen.
Artikel 6 WagwEU:
informatieplicht
Dienstverrichters dienen desgevraagd aan de Inspectie SZWgegevens en inlichtingen te verstrekken, zodat de Inspectie SZW kan vaststellen
of de detacherende onderneming daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht
om werknemers in het kader van een grensoverschrijdende dienstverlening te
detacheren en of het inderdaad om tijdelijke detachering gaat.
Artikel 7 WagwEU:
aanwijsplicht
Op grond van dit artikel dient de buitenlandse werkgever eencontactpersoon in Nederland aan te wijzen. De contactpersoon moet
bereikbaar zijn tijdens de periode van detachering en in de lidstaat waar de
gedetacheerde werknemer aanwezig is, verblijven. De contactpersoon is
beschikbaar voor het verzenden en ontvangen van bescheiden en kennisgevingen
omtrent de dienstverrichting en fungeert als aanspreekpunt van de
dienstverrichter, die aanspreekpunt is voor de Inspectie SZW.
Artikel 9 WagwEU:
administratieplicht
Artikel 9 lid 1 WagwEU bepaalt dat er bepaalde bescheidenop de werkplek in Nederland aanwezig moeten zijn, digitaal danwel schriftelijk.
Het betreft de volgende bescheiden:
- een afschrift van de arbeidsovereenkomst;
- de loonstrook;
- informatie die een werkgever aan een werknemer
moet verstrekken over de wezenlijke elementen van de arbeidsovereenkomst;
- bescheiden waaruit blijkt hoeveel uren de
werknemer heeft gewerkt;
- bewijsstukken waaruit de bijdrage voor de
socialezekerheidswetgeving, de identiteit van de dienstverrichter, de
dienstontvanger, de gedetacheerde werknemer en de verantwoordelijke voor de
uitbetaling van het loon blijken;
- betalingsbewijzen van lonen.
Als bewijsstuk voor de bijdrage voor de
socialezekerheidsregelingen kan gedacht worden aan de A1-verklaring. Het
bewijzen van de verschillende identiteiten kan door middel van een geldig
paspoort of identiteitsbewijs. Door middel van de bewijsstukken kan de
juistheid van de melding uit artikel 8 (zie hierna) gecontroleerd worden en kan
worden gecontroleerd of aan de relevante wet- en regelgeving wordt voldaan.
Artikel 8 WagwEU: meldingsplicht
Bij artikel 8 WagwEU wordt een meldingsplichtingevoerd voor buitenlandse dienstverrichters die werknemers naar Nederland
detacheren. Het artikel is nog niet in werking getreden, dit gebeurt pas als
een elektronisch systeem gereed is. Aanvankelijk was de inwerkingtreding
daarvan gepland voor 1 januari 2019, maar deze datum is niet haalbaar gebleken.
Het meldsysteem is nog niet klaar voor gebruik en de Sociale Verzekeringsbank -
die de meldingsplicht gaat uitvoeren – geeft op haar website aan dat nog geen
nieuwe datum bekend is.
De meldingsplicht is wel de meest verstrekkende
verplichting, omdat de buitenlandse dienstverrichter allerlei gegevens aan de
Inspectie SZW dient door te geven, zoals identiteit van de dienstverrichter,
identiteit van de inlener en ingeleende arbeidskracht, de contactpersoon, aard en duur van de werkzaamheden, adres van
de werkplek. Op de Nederlandse werkgever rust vervolgens een controleplicht:
die moet nagaan of uiterlijk op de dag van aanvang van de werkzaamheden
bovengenoemde melding (juist en volledig) is gedaan.
Wegens het nog niet ingevoerd zijn van de meldingsplicht kan
de werkgever op dit moment derhalve evenmin voldoen aan zijn controleplicht als
vermeld in artikel 9 WagwEU.
In een recente brief van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 21 december 2018 is met betrekking tot
de voortgang van het digitale meldsysteem slechts het volgende opgemerkt:
"De werkzaamheden voor dit
meldpunt zijn in volle gang. Er wordt een voorlichtingssite opgezet voor
buitenlandse dienstverrichters zodat zij kunnen zien wat van hen in dit kader
wordt verwacht. Sociale partners uit de sector goederenvervoer over de weg
hebben aangegeven het wenselijk te vinden dat ook deze sector onder de
meldingsplicht wordt gebracht. Daarmee zullen ook buitenlandse transportondernemingen
verplicht worden om eenmaal per jaar een melding te doen. Hiermee wordt
afgeweken van het in de memorie van toelichting bij de WagwEU geuite voornemen
om de transportsector in zijn geheel buiten de meldingsplicht te laten. Omdat
het verzoek van sociale partners aan zowel werkgevers- als werknemerskant uit
de sector zelf afkomstig was, heeft het kabinet besloten dit verzoek te
honoreren.
Bestuurlijke boetes kunnen – op dit moment – dan
ook nog slechts worden opgelegd aan de buitenlandse werkgever indien deze niet
voldoet aan de informatieplicht en de administratieplicht. Voor het niet
voldoen aan de aanwijsplicht geldt overigens geen boete. De boete per
overtreding bedraagt € 12.000,-- en kan onder omstandigheden gematigd of
verhoogd worden.”
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!