Invalkrachten onderwijs uitgezonderd van ketenregeling

Jaar en kwartaal
2018, 3e kwartaal
Nummer
7

Bronnen:
  • Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 juli 2018, 2018-0000121603, tot wijziging van de Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter in verband met een wijziging van de mogelijkheid om de ketenbepaling buiten toepassing te verklaren voor werknemers die vanwege ziekteverzuim invallen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs, Staatscourant 17 juli 2018, nummer 39737
  • artikel 7:668a lid 8 B.W.


In artikel 7:668a B.W. is de zogenaamde "ketenregeling” opgenomen. Deze regeling bepaalt wanneer verlengde arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gaan vormen.

In lid 8 van deze bepaling is geregeld dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid functies kan aanwijzen waarvoor de ketenregeling bij CAO buiten toepassing kan worden verklaard. Dan moet het gaan om functies waarvan het in een bepaalde bedrijfstak bestendig gebruik is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en van die functiesnoodzakelijk is om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (niet zijnde uitzendovereenkomsten als bedoeld in artikel 7:690 B.W.).

Van deze bevoegdheid heeft de Minister gebruik gemaakt door vaststelling van de Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter. Aan die regeling heeft de Minister nu de invalkracht in het basisonderwijs en speciaal onderwijs toegevoegd, zijnde: "de werknemer op een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, voor zover de arbeidsovereenkomst is aangegaan in verband met vervanging wegens ziekte van een werknemer die een onderwijsgevende of onderwijsondersteunende functie met lesgebonden of behandeltaken bekleedt.”

De Minister heeft daarbij overwogen dat het gebruikelijk is dat invalkrachten werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Voor wat betreft de intrinsieke aard van de arbeid wijst de Minister de noodzaak voor schoolbesturen om lesuitval door ziekte van de leerkracht te voorkomen.

In het regeerakkoord was opgenomen dat invalkrachten in het basisonderwijs zouden worden uitgezonderd van de ketenbepaling. Daartoe zal een bepaling worden opgenomen in het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans die de ketenregeling in artikel 7:668a B.W. wijzigt. De uitzondering die nu is opgenomen in een ministeriële regeling kan dan komen te vervallen. Dat lijkt geen overbodige luxe aangezien twijfels kunnen worden gezet bij de motivering van de Minister van het standpunt inzake het bestendig gebruikelijk zijn van het werken met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en de functies. De argumenten die de Minister hiervoor aanvoert lijken namelijk eveneens van toepassing te zijn in heel veel andere gevallen waarvoor in de ministeriële regeling geen uitzondering wordt gemaakt. Invalkrachten in het onderwijs zouden daardoor wel eens met succes kunnen bepleiten dat de uitzondering in de ministeriële regeling niet rechtsgeldig is en kunnen stellen dat zij dus voor onbepaalde tijd in dienst zijn.

In de CAO Primair onderwijs 2016-2017 is al van de uitzonderingsmogelijkheid gebruik gemaakt.