In een brief aan de Tweede Kamer hebben de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën
geantwoord op Kamervragen betreffende de handhaving van wettelijke regels
betreffende de bestrijding van schijnzelfstandigheid. Nadat de Staatssecretaris
zich eerder gedwongen had gezien om de handhaving op te schorten van de "nieuwe”
wettelijke regels betreffende de verplichting om loonbelasting en premies
werknemersverzekeringen betreffende al dan niet "schijnzelfstandigen” af te dragen,
zulks vanwege kritiek op de werking van de Wet deregulering beoordeling
arbeidsrelaties, hadden de Minister en de Staatssecretaris aan de Tweede Kamer
moeten toezeggen dat per 1 juli 2018 wel handhaving zou plaatsvinden op
schijnzelfstandigheid bij evident kwaadwillenden.
Leden van de Tweede Kamer van SP en de PvdA hadden vragen
gesteld aan de Minister en de Staatssecretaris omtrent de stand van zaken met
betrekking tot deze handhaving op schijnzelfstandigheid bij evident
kwaadwillenden. Daarbij proberen zij de Minister en de Staatssecretaris ook een
uitspraak te ontlokken over schijnzelfstandigheid van maaltijdbezorgers van het
bedrijf Deliveroo (waarover de kantonrechter te Amsterdam zich had moeten
uitspreken in een vonnis van 23 juli 2018, www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:RBAMS:2018:5183),
maar daartoe laten de Minister en de Staatssecretaris zich niet verleiden. Zij
wijzen er op dat de belastingdienst op grond van het bepaalde in artikel 67 van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen geen uitspraak doet over individuele
belastingplichtigen.
Met betrekking tot de handhaving delen zij aan de Tweede
Kamer mede dat de belastingdienst op 1 juli 2018 een toezichtsplan publiceert,
dat inhoudt dat de belastingdienst (naast het reguliere toezicht op de loonheffingen)
bedrijfsbezoeken gaat afleggen bij minimaal 100 opdrachtgevers, deels
opdrachtgevers die eerder een modelovereenkomst aan de belastingdienst hebben
voorgelegd en deels opdrachtgevers die dat niet hebben gedaan. De keuze van de
te bezoeken opdrachtgevers zal gespreid over branches en sectoren plaatsvinden.
Als het vermoeden bestaat van een (fictieve) dienstbetrekking en
kwaadwilligheid, wordt een nader onderzoek ingesteld. De bedrijfsbezoeken
moeten eind 2018 zijn afgerond. Daarna wordt het toezicht eventueel aangepast
en worden mogelijk andere of andersoortige opdrachtgevers geselecteerd.
De Minister en de Staatssecretaris delen eveneens mede dat
inmiddels 49 onderzoeken plaatsvinden bij opdrachtgevers die mogelijk evident
kwaadwillend zijn, maar dat de belastingdienst in 38 van die gevallen geen
evidente kwaadwillendheid heeft kunnen vaststellen. De 11 resterende gevallen
worden verder onderzocht.
De Minister en de Staatssecretaris verwachten dat het enkele
jaren kan duren voordat een oordeel over de kwalificatie van de arbeidsrelatie
en de opzet kan komen vast te staan, gelet op de mogelijkheden van bezwaar en
beroep en eventueel een strafrechtelijk traject.
Tenslotte wijzen de Minister en de Staatssecretaris er op
dat er een centraal meldpunt is bij de Inspectie SZW waar klachten en signalen
over mogelijke regel overtreden kunnen worden gemeld (ook betreffende
platformen, zoals bij maaltijdbezorgers, die zelf geen overeenkomst aangaan
voor het uitvoeren van het werk) en dat de belastingdienst en de Inspectie SZW
onderzoeken op welke wijze zij structureel onderling rapporten kunnen
uitwisselen.
Hoewel
ook wordt medegedeeld dat het toezicht en de handhaving van de wet Deregulering
beoordeling arbeidsrelaties plaatsvindt binnen de bestaande capaciteit (die
waarschijnlijk zeer te wensen overlaat), wordt de regering aldus door de Tweede
Kamer aldus achter de broek gezeten om serieus werk te maken van de handhaving
van de wetgeving in geval van schijnzelfstandigheid.
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 25 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt! En deze werkgevers verdienden iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 22 maal terug.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!