Wet van 1 juni 2016 tot wijziging van de Wet
werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet financiering sociale verzekeringen
en enkele andere wetten in verband met verbetering van de hybride markt van de
regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (Wet verbetering hybride
markt WGA), Staatsblad 2016, nummer 221
Besluit van 8 juni 2016 tot vaststelling van het
tijdstip van inwerkingtreding van de Wet verbetering hybride markt WGA,Staatsblad 2016, nummer 222
Besluit
van 8 juni 2016 tot wijziging van het Besluit Wfsv en het Besluit SUWI in
verband met de gewijzigde premie-opbouw ten behoeve van de Werkhervattingskas
en verbetering van de hybride markt WGA, Staatsblad 2016, nummer 223
Brief van Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 12 september 2016, kenmerk 2016-0000190044, Tweede Kamer 2015-2016, 34336, nummer 12
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 10 oktober 2016, 2016-0000216530 tot wijziging van de
Regeling Wfsv en enkele andere regelingen in verband met de gewijzigde
premie-opbouw ten behoeve van de Werkhervattingskas en verbetering van de
hybride markt WGA, Staatscourant 19 oktober 2016, nummer 54759
Rectificatie Regeling van de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid van 10 oktober 2016, 2016-0000216530 tot wijziging van
de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen in verband met de gewijzigde
premie-opbouw ten behoeve van de Werkhervattingskas en verbetering van de
hybride markt WGA, Staatscourant 1 november 2016, nummer 54759-n1
Met de inwerkingtreding van de Wet verbetering hybride markt
WGA per 1 januari 2017 worden de volgende wijzigingen doorgevoerd met
betrekking tot het eigenrisicodragen van WGA-uitkeringen:
samenvoeging van het risico van WGA-vast en
WGA-flex, zodat één WGA-risico ontstaat (zowel voor het eigenrisicodragen als
voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas)
wijziging van het inlooprisico bij een overstap
door publiek verzekerde werkgevers naar eigenrisicodragen, in die zin dat het
inlooprisico bij het UWV achterblijft;
introductie van een terugkeerpremie voor privaat
verzekerde werkgevers bij een overstap naar het publieke stelsel, in die zin
dat de premiecomponent WGA-lasten van de gedifferentieerde premie
Werkhervattingskas na terugkeer in het publieke stelsel wordt berekend op grond
van de totale WGA-uitkeringen van (ex-) werknemers, derhalve ook de
WGA-uitkeringen van (ex-) werknemers die door de werkgever als
eigenrisicodrager zijn betaald;
wijziging van de driejaarstermijn die verbiedt
om binnen drie jaar nadat een werkgever het eigenrisicodragen heeft beëindigd,
opnieuw eigenrisicodrager te worden, in die zin dat de driejaars termijn
voortaan niet alleen geldt als een werkgever de belastingdienst verzoekt om het
eigenrisicodragen te beëindigen, maar ook als het eigenrisicodragen eindigt
doordat de verzekeraar de garantie intrekt.
In een brief aan de Tweede Kamer van
12 september 2016 heeft de Minister nog een aantal mededelingen gedaan met
betrekking tot het WGA-eigenrisicodragen. De minister deelt het volgende mede:
Geen gedifferentieerde premie-en eigenrisicodragen
IVA Naar aanleiding
van een motie die is aangenomen door de Tweede Kamer heeft de regering de
gevolgen onderzocht van het onderbrengen van de IVA in het hybride stelsel van
de WGA. Werkgevers zouden daardoor een gedifferentieerde premie moeten gaan
betalen, ook ter zake van de IVA-uitkeringen van (ex-) werknemers en zouden
eigenrisicodrager kunnen worden voor die uitkeringen. De regering heeft
besloten de IVA-uitkeringen niet in het hybridestelsel onder te brengen. Reden
daarvoor is dat de IVA-uitkering wordt verstrekt aan werknemers die duurzaam en
volledig arbeidsongeschikt zijn, hetgeen betekent dat geen reële mogelijkheden
tot herstel verondersteld worden. Een financiële prikkel voor werkgevers ligt
dan volgens de regering niet voor de hand. De regering zag wel nog een voordeel
doordat de druk op verzekeringsartsen zou verminderen als minder verzoeken tot
herbeoordeling zouden worden gedaan als werkgevers geen belang meer zouden
hebben om herbeoordeling van volledig arbeidsongeschikte werknemers met een
WGA-uitkering te vragen, in de hoop dat zij dan in de IVA zouden instromen. Daartegenover
stelt de regering echter dat de prikkel tot herbeoordeling in de praktijk niet
leidt tot een hoge IVA-instroom. De IVA-instroom is ongeveer de helft van het
geen tijdens de totstandkoming van de WIA werd voorzien. Op grond van een
convenant met verzekeraars, zullen verzekeraars slechts om een herbeoordeling
vragen als kan worden gemotiveerd dat de arbeidsbeperkingen een duurzaam
karakter hebben gekregen.
Voortzetting re-integratie door verzekeraars
bij faillissement eigenrisicodrager Eveneens op grond
van een motie van de Tweede Kamer heeft de regering overleg gepleegd met het
UWV en met het Verbond van Verzekeraars over de voortzetting door verzekeraars
van re-integratie-activiteiten na het faillissement van eigenrisicodragers. Het
UWV en het Verbond van Verzekeraars overleggen nog over te maken afspraken ter zake.
Maximumpremie WGA uitzendsector Bij de invoering
van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters
(Bezava) is voor de uitzendsector een hoger maximum ingesteld voor de premiecomponent
WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen, omdat de verwachting was dat het WGA-flexrisico
van de uitzendsector substantieel hoger zou zijn dan dat van andere sectoren.
Gevreesd werd dat uitzendwerkgevers daardoor te weinig prikkels zouden hebben
om het verzuim te reduceren. De Minister stelt dat na onderzoek is gebleken dat
het WGA-risico van de uitzendsector na samenvoeging van de premiecomponenten
WGA-vast en WGA-flex niet substantieel afwijkt van dat van andere sectoren met
een hoog risico. Omdat een apart maximum voor de premie niet past bij de
samenvoeging van de risico’s WGA-vast en WGA-flex, zal de afwijkende
maximumpremiegrens voor de uitzendsector per 1 januari 2017 vervallen.
De afwijkende
maximumpremiegrens was opgenomen in artikel 3.9 van de Regeling Wfsv. De
maximumpremie bedroeg vier maal de sectorpremie (2016: 6,32%) in plaats van
vier maal de gemiddelde premie (2016: 0,96%).
De wijziging van
artikel 3.9 Regeling Wfsv wordt geregeld in de Regeling van de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 oktober 2016, 2016-0000216530 tot
wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen in verband met de gewijzigde
premie-opbouw ten behoeve van de Werkhervattingskas en verbetering van de
hybride markt WGA.
De afwijkende maximumpremie voor de
premiecomponent ZW-lasten blijven staan. Deze premie bedraagt voor de
uitzendsector 1,75 x het sectorpercentage (2017: 6,89% in plaats van 1,40%).
Verhaal van helft kosten
WGA-eigenrisicodragen op werknemer
In de voornoemde Regeling
van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 oktober 2016 worden
ook een aantal technische aanpassingen gedaan die verband houden met de
samenvoeging van het WGA-vastrisico en het WGA-flexrisico. Eén van die
aanpassingen ziet op de bepaling van artikel 3.17 Regeling Wfsv, die de uitwerking
regelt van de mogelijkheid die eigenrisicodragers hebben om de helft van de
kosten van het eigenrisicodragen op werknemers te verhalen (artikel 41 Wet
financiering sociale verzekeringen). In lid 1 voorziet de bepaling van artikel
3.17 Regeling Wfsv in verhaal van de helft van de verschuldigde
verzekeringspremie. Voor zover geen sprake is van verzekering van het risico
bepaalden de leden 2 en 3 dat voor verhaal op de werknemer in aanmerking kwam
de helft van het bedrag van de te verwachten WGA-uitkeringen gedeeld door het
premieplichtig loon dan wel de helft van het bedrag van de over het voorgaande
jaar betaalde WGA-uitkeringen gedeeld door het premieplichtig loon, in beide
gevallen met een maximum van 1,5 maal het percentage van de premiecomponenten
WGA-lasten vaste dienstbetrekkingen en WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen.
Als WGA-uitkeringen werden daarbij uitsluitend in aanmerking genomen de
WGA-uitkeringen van (ex-) werknemers die door de eigenrisicodrager moesten
worden betaald. De wijziging houdt in dat voortaan ook de WGA-uitkeringen die
niet door de eigenrisicodrager zelf zijn betaald mogen worden meegerekend
(WGA-totaallasten).
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 25 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt! En deze werkgevers verdienden iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 22 maal terug.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!