Aansprakelijkheid werkgever voor schade van werknemer door verkeersongeval
Jaar en kwartaal
2008, 1e kwartaal
Nummer
6
Bronnen:
Hoge Raad 1 februari 2008, www.rechtspraak.nl,
ljn: BB4767 en BB6175
artikelen 7:658, 7:611 en 6:248 B.W.
Een werkgever heeft een zorgplicht
voor de veiligheid van de werkomstandigheden (werkplek, gereedschappen) van de
werknemer. Die zorgplicht hangt samen met de instructiebevoegdheid van de
werkgever. De werkgever moet al het nodige doen (inclusief het gebruiken van
zijn instructiebevoegdheid) hetgeen redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat
de werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Deze verplichting
in de jurisprudentie wordt ruim uitgelegd. Als de werknemer stelt en zo nodig
bewijst dat hij schade heeft geleden door omstandigheden op het werk
(bedrijfsongeval, beroepsziekte), is de werkgever voor die schade aansprakelijk
tenzij hij bewijst dat hij volledig aan zijn zorgplicht heeft voldaan en/of
tenzij hij bewijst dat de schade van de werknemer is veroorzaakt door eigen
opzet of eigen bewuste roekeloosheid. In de praktijk blijkt het niet
gemakkelijk aan deze aansprakelijkheid te ontkomen (artikel 7:658 B.W.).
Zelfs als de werkgever op grond van
het bovenstaande niet aansprakelijk is voor de schade die de werknemer heeft
geleden, kan sprake zijn van aansprakelijkheid van de werkgever. Die
aansprakelijkheid wordt dan gebaseerd op de eisen van goed werkgeverschap
(artikel 7:611 B.W.) en/of de eisen van redelijkheid en billijkheid die bij de
uitvoering van overeenkomsten in het algemeen gelden (artikel 6:248 B.W.).
In een tweetal recente arresten heeft
de Hoge Raad aangegeven hoe ver de aansprakelijkheid van de werkgever gaat als
het gaat om de schade die een werknemer lijdt als hij tijdens zijn werk als
bestuurder van een motorvoertuig betrokken raakt bij een verkeersongeval. In
beide gevallen stond vast dat van schending van de zorgplicht van de werkgever
geen sprake was. De aansprakelijkheid van de werkgever kon dus niet worden
gebaseerd op artikel 7:658 B.W. De vraag was daarom of sprake was van
aansprakelijkheid op grond van artikel 7:611 B.W. en/of artikel 6:248 B.W.
De Hoge Raad overweegt uitdrukkelijk dat geen onbeperkte
aansprakelijkheid van de werkgever bestaat voor schade die de werknemer in de
uitoefening van zijn werk lijdt. Van een verplichting tot schadevergoeding is
sprake als de werkgever nalaat zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen
te geven als redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de
uitoefening van zijn functie schade lijdt. Buiten het geval van schending van
deze zorgplicht acht de Hoge Raad een verplichting van de werkgever tot
vergoeding van de schade van de werknemer slechts mogelijk wegens strijd met de
eisen van goed werkgeverschap.
Voor wat betreft werknemers die werkzaamheden verrichten
waarbij zij als bestuurder van een motorvoertuig betrokken kunnen raken bij een
verkeersongeval overweegt de Hoge Raad dat de werkgever gehouden is zorg te
dragen voor een behoorlijke verzekering. Daarbij wordt overwogen dat van belang
is dat de risico’s goede verzekerbaar zijn en dat de betreffende verzekeringen
beschikbaar zijn tegen betaalbare premies. Over de omvang van de dekking van de
verzekering zegt de Hoge Raad dat die dient af te hangen van de bestaande
verzekeringsmogelijkheden (met het oog op de hoogte van de premie) en de
heersende maatschappelijke opvattingen. Voor het geval van schade veroorzaakt
door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer behoeft de verzekering
geen dekking te verlenen.
Uit het bovenstaande kan worden
afgeleid dat de Hoge Raad van mening is dat de werkgever verplicht is een
ongevallenverzekering en/of een schadeverzekering inzittenden af te sluiten
indien zijn werknemers in de uitoefening van hun functie als bestuurder van een
motorvoertuig aan het verkeer deelnemen. Doet de werkgever dat niet of in
onvoldoende mate, dan acht de Hoge Raad de werkgever aansprakelijk voor de
schade die de werknemer als zodanig lijdt. Dan rijst overigens nog wel de vraag
of die aansprakelijkheid gedekt is door de aansprakelijkheidsverzekering van de
werkgever (WAB-polis).
N.B.:
Om een idee te hebben over de hoogte van de premies ben ik nagegaan wat door
ons kantoor wordt betaald voor een ongevallenverzekering en voor een
schadeverzekering inzittenden. Voor de ongevallenverzekering wordt € 1,38 per €
1.000 loon aan premie betaald. Daarbij dient bedacht te worden dat die premie
hoger zou kunnen zijn naarmate het risico op ongevallen in een andere
bedrijfstak hoger is. Verzekerd is dan maximaal één maal het jaarloon bij
overlijden en maximaal twee maal het jaarloon bij blijvende functionele
invaliditeit. Voor de schadeverzekering inzittenden wordt € 36,30 per motorvoertuig
betaald.
In de betreffende arresten gaat de
Hoge Raad ook nog in op de aansprakelijkheid van de werkgever voor schade die
de werknemer lijdt als gevolg van beschadiging van zijn eigen auto tijdens
zakelijk gebruik daarvan. Ten aanzien daarvan overweegt de Hoge Raad dat de
werkgever aan zijn verplichting tot verzekering van het risico van schade van
de werknemer in dat geval ook kan voldoen door de werknemer financieel in staat
te stellen om zelf voor verzekering zorg te dragen, mits daarover voldoende
duidelijkheid wordt verschaft. Dat betekent dat mogelijk lijkt dat de werkgever
rechtsgeldig met de werknemer afspreekt dat in de kilometervergoeding een deel
is begrepen dat ziet op de verzekering van het ongevallenrisico. Het lijkt er
op dat de Hoge Raad daarmee ook erkent dat een dergelijke afspraak rechtsgeldig
kan worden gemaakt niet alleen voor de letselschade van de werknemer, maar ook
voor de schade als gevolg van beschadiging van zijn auto. Overigens bestaan
inmiddels voor het risico van aansprakelijkheid voor schade aan de eigen auto
van de werknemer tijdens zakelijk gebruik afzonderlijke verzekeringen.
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 25 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt! En deze werkgevers verdienden iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 22 maal terug.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!