BV X en BV Y sluiten een overeenkomst tot het verrichten van
saneringswerkzaamheden bij een autogarage. In de offerte die vooraf is gegaan
aan de overeenkomst wordt verwezen naar twee onderling verschillende sets van
algemene voorwaarden. Het gerechtshof heeft zich gebogen over de vraag welke
set van algemene voorwaarden van toepassing zijn. De uitkomst: geen van beide!
Wat was er aan de
hand?
In de tekst van de offerte, die de basis vormde voor de
overeenkomst tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever, heeft de
opdrachtnemer verwezen naar de Algemene voorwaarden voor aannemingen in het
bouwbedrijf 1992 (AVA 1992). De offerte bevatte echter ook de vermelding dat
als bijlage bij de offerte zijn gevoegd de AVA 1992 en BABEX Algemene Leveringsvoorwaarden
1994 (BABEX). Bovendien was bij de offerte van beide sets voorwaarden de eerste
bladzijde gevoegd. De opdrachtnemer stelde dat de BABEX alleen van toepassing
waren op sloopwerkzaamheden en daarvan was hier geen sprake, zodat uitsluitend
de AVA 1992 van toepassing waren. De opdrachtgever stelde zich daarentegen op
het standpunt dat voor haar niet viel op te maken dat beide sets voorwaarden
een verschillend toepassingsbereik hebben.
Het gerechtshof moest oordelen of het bevoegd was kennis te
nemen van het geschil tussen beide partijen. Indien de AVA 1992 van toepassing
zouden zijn, was namelijk niet het gerechtshof maar de Raad van Arbitrage voor
de Bouw bevoegd om zich over deze zaak te buigen. Het gerechtshof kwam tot het oordeel dat het bevoegd was om
over deze zaak te oordelen.
Hoe kwam het
gerechtshof tot deze beslissing?
Het hof stelt voorop dat het antwoord op de vraag of de
algemene voorwaarden die door een partij bij een overeenkomst worden gebruikt,
op die overeenkomst van toepassing zijn geworden, volgt uit de in het algemeen
geldende regels voor aanbod en aanvaarding. Hier doet zich naar het oordeel van
het hof de situatie voor dat het aanbod van de opdrachtnemer tot het toepasselijk
verklaren van algemene voorwaarden verwijst naar twee verschillende sets
algemene voorwaarden zonder dat op het moment van contractsluiting voor de
wederpartij voldoende duidelijke aanwijzingen bestaan welke van de twee sets
algemene voorwaarden de gebruiker op de desbetreffende overeenkomst van toepassing
wil doen zijn. Het gerechtshof komt tot het oordeel dat in een zodanig geval
geen van de onderling verschillende sets voorwaarden deel uit maakt van de
overeenkomst. Deze uitspraak is in lijn met eerdere jurisprudentie van de Hoge
Raad.
Gerechtshof Arnhem-
Leeuwarden, 19 februari 2013, LJN: BZ4280
Uit deze uitspraak
volgt (opnieuw) dat voor opdrachtnemers bij het uitbrengen van offertes grote
oplettendheid is geboden indien gebruik wordt gemaakt van verschillende
algemene voorwaarden. Zijn uw offertes
duidelijk genoeg? Wij zullen u daarover graag
adviseren.
3 juli
2013