Een arbeidsongeschikte werkneemster die vanwege een conflict met de werkgever geen contact met de werkgever wilde onderhouden omdat zij stelde daartoe niet in staat te zijn, had geen recht op loon. De kantonrechter was van mening dat de werkneemster niet had aangetoond dat zij niet in staat was om contact met de werkgever te onderhouden. Zij had daarom niet voldaan aan haar re-integratieverplichtingen.
Een werkneemster die als beveiliger werkt op Schiphol, is in april 2022 ziek uitgevallen voor haar werk. In december 2022 oordeelt de bedrijfsarts dat zij haar werk kan hervatten voor vier dagen per week en zes uur per dag. De werkneemster hervat haar werk echter niet, maar vraagt een deskundigenoordeel aan bij het UWV. De werkgever stopt daarop de loonbetaling. Later wordt afgesproken dat de werkgever het loon alsnog zal betalen en dat de werkneemster vier dagen per week zes uur per dag zal gaan werken. Nog diezelfde dag meldt de werkneemster zich echter ziek. Zij deelt daarbij mede dat zij opnieuw een deskundigenoordeel bij het UWV heeft aangevraagd. De werkgever stopt dan alsnog met de loonbetaling vanaf dat moment.
Uit het deskundigenoordeel van het UWV blijkt vervolgens dat de werkneemster toch niet belastbaar is voor vier maal zes uur per week. Als de werkgever probeert de werkneemster te bellen om (conform het advies van de bedrijfsarts) te komen tot een gesprek met de werkneemster, lukt het echter niet om contact te krijgen. In een e-mail dringt de werkgever vervolgens aan op een gesprek. Als het uiteindelijk toch lukt om telefonisch contact te krijgen, verklaart de werkneemster dat zij door het overlijden van haar moeder twee dagen eerder, niet bereikbaar was. De werkneemster wordt alsnog uitgenodigd voor een gesprek.
Enkele dagen later ontvangt de werkgever een bericht van de gemachtigde van de werkneemster met de mededeling dat de loonstop onrechtmatig is. Op de oproep om in gesprek te gaan wordt daarbij niet gereageerd. Na nog enkele keren tevergeefs geprobeerd te hebben om de werkneemster te bellen, deelt de werkgever per e-mail aan de werkneemster mede dat zij de loonstop handhaaft zo lang de werkneemster niet laat weten dat zij zal deelnemen aan een gesprek met de werkgever.
Als de werkneemster in kort geding betaling van het loon vordert, wijst de kantonrechter de loonvordering toe tot het moment waarop de werkgever na het overlijden van de moeder van de werkneemster telefonisch contact met de werkneemster had. De reden daarvan is dat het UWV heeft geoordeeld dat de werkneemster toch niet in staat was om vier dagen per week zes uur per dag te werken. De werkneemster had daarmee op goede gronden geweigerd om te voldoen aan de oproep van de werkgever om passende arbeid te verrichten.
De loonvordering wordt door de kantonrechter echter geweigerd vanaf het moment waarop de werkgever en de werkneemster telefonisch contact hadden gehad. De reden daarvan is dat de werkneemster tekort is geschoten in haar re-integratieverplichtingen door, ondanks het advies van de bedrijfsarts om een gesprek aan te gaan om de arbeidsverhoudingen te normaliseren, geen gehoor te geven aan verzoeken van de werkgever om in gesprek te komen en in plaats daarvan ieder contact met de werkgever uit de weg te gaan. De kantonrechter kan er begrip voor opbrengen dat de werkneemster daarvoor na het overlijden van haar moeder niet direct beschikbaar was, maar de werkneemster heeft zich ook daarna niet bij de werkgever gemeld en is nooit concreet geworden over wanneer een gesprek zou kunnen plaatsvinden en welke re-integratiewerkzaamheden zij zou kunnen verrichten. De stelling van de werkneemster dat zij niet in staat was om contact met de werkgever te houden is volgens de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. Vanaf het eerste telefoongesprek met de werkgever na het overlijden van haar moeder was de werkneemster bekend met het feit dat zij geen loon zou krijgen zo lang zij niet zou voldoen aan de verplichting om een gesprek met de werkgever aan te gaan. Vanaf dat moment was voldaan aan de voorwaarde dat de werkgever de werknemer kennis moet geven van de reden voor het niet betalen van het loon.
Arbeidsconflicten zorgen doorgaans voor aanzienlijke complicaties bij de re-integratie van een arbeidsongeschikte werknemer. Daarom moeten de werkgever en de werknemer zich inspannen om dergelijke conflicten op te lossen. Het met elkaar in gesprek gaan, al dan niet onder leiding van een derde zoals een mediator, is dan een eerste vereiste. Als een werknemer weigert om daaraan mee te werken is dat in beginsel een tekortkoming ten aanzien van de re-integratieverplichtingen van de werknemer die (na mededeling door de werkgever) stopzetting van de loonbetaling rechtvaardigt.
Dat is alleen anders als de werknemer als gevolg van zijn ziekte niet in staat zou zijn om aan een dergelijk gesprek deel te nemen. Omdat de re-integratie dan geblokkeerd raakt, doen werkgevers er goed aan om in een dergelijk geval een deskundigenoordeel aan het UWV te vragen. Als het UWV daarbij bevestigt dat een gesprek met de werkgever om medische redenen niet van de werknemer kan worden verlangd, kan het UWV later in elk geval geen loonsanctie aan de werkgever opleggen wegens het volgen van een “re-integratieblokkerend advies” van de bedrijfsarts.
In veel gevallen kan het probleem betreffende het contact met de werkgever overigens worden omzeild door een onafhankelijke casemanager in te schakelen, die dan namens de werkgever contact met de werknemer kan houden.