De arbeidsovereenkomst van een werknemer werd ontbonden wegens ernstig verwijtbaar gedrag, omdat die werknemer niet alleen een seksuele relatie was aangegaan met de echtgenote van een ondergeschikte maar omdat de werknemer de ondergeschikte, die zich daarna had ziek gemeld, vervolgens ook op oneigenlijke gronden had proberen te bewegen tot werkhervatting, omdat de werknemer de zakelijke telefoon had gebruikt voor het verzenden van seksueel getinte berichten en omdat de werknemer werktijd had gebruikt voor het onderhouden van die relatie.
Bij een leverancier van professionele auto-en industriële lakken werkt sinds 1985 een 61-jarige werknemer in de functie van commercieel directeur met een salaris van bijna € 12.000 bruto per maand. De werknemer is verantwoordelijk voor de salesactiviteiten en geeft leiding aan 15 tot 20 sales- en technische medewerkers. Een van die medewerkers is een accountmanager die sinds april 2021 in dienst is. De echtgenote van deze accountmanager is als receptioniste werkzaam bij een cliënt van de werkgever. Als de echtgenote op 13 februari 2022 mededeelt van haar man te willen scheiden, meldt deze zich op 14 februari 2022 ziek.
Op 20 februari 2022 vindt de accountmanager op de gezamenlijke laptop van hem en zijn echtgenote whatsappberichten waaruit blijkt dat de commercieel directeur en zijn echtgenote van 4 september 2021 tot en met 14 oktober 2021 een seksuele relatie hebben gehad. De accountmanager stelt daarvan de werkgever in kennis. De Whatsappberichten bevatten teksten van expliciet seksuele aard, naaktfoto’s en videobeelden van seksuele handelingen. Het aantal Whatsappberichten wijst op een intensief contact: het gaat om 726 berichten in een tijdsbestek van negen dagen. Verder blijkt dat de commercieel directeur en de echtgenote elkaar vijf maal gedurende twee tot drie uur op een vrijdagmiddag hebben getroffen in een huisje of hotel om daar seks te hebben.
Als de accountmanager via Whatsapp op 20 februari 2022 aan de commercieel directeur laat weten dat hij nog een paar dagen thuis blijft omdat hij aan de grond zit, dringt de commercieel directeur aan op spoedige werkhervatting waarbij hij zinspeelt op de mogelijkheid dat anders de arbeidsovereenkomst van de accountmanager niet wordt verlengd.
Op 21 februari 2022 wordt de commercieel directeur door de werkgever op non-actief gesteld. Als overleg over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden niet tot resultaat leidt, dient de werkgever een verzoekschrift in bij de kantonrechter tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de werkgever levert het gedrag van de werknemer ernstig verwijtbaar gedrag op en is de arbeidsverhouding verstoord. De werknemer gaat volop in de tegenaanval. Hij stelt dat de seksuele relatie een privé-aangelegenheid was en verzoekt de kantonrechter om aan hem een billijke vergoeding van maar liefst € 2,5 miljoen toe te kennen wegens de ernstig verwijtbare wijze waarop de werkgever met de klacht tegen hem is omgegaan.
De kantonrechter ziet dat echter heel anders. Deze is van mening dat sprake is van verwijtbaar handelen dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter verwijt de werknemer dat hij een seksuele relatie heeft onderhouden met de vrouw van een ondergeschikte, dat hij tijdens werktijd en met de telefoon van het bedrijf een buitensporig aantal Whatsappberichten met de vrouw heeft gewisseld, waardoor beduidend minder effectieve werktijd resteerde, en dat hij ongeoorloofde druk op de accountmanager heeft uitgeoefend. Daardoor handelde de werknemer in strijd met de gedragscode van de werkgever, die als uitgangspunt heeft oprechtheid, eerlijkheid, betrouwbaarheid en respect voor de ander en waarin is aangegeven dat intimidatie in de werkomgeving moet worden voorkomen, dat misbruik van anderen door manipulatie niet is toegestaan en dat bedrijfsmiddelen niet mogen worden gebruikt voor een ongepast of illegaal doel. Daarmee was de seksuele relatie ook geen privé-aangelegenheid meer. Maar ook zonder de gedragscode zou het volgens de kantonrechter voor de werknemer duidelijk moeten zijn dat het misbruiken van zijn positie door de werknemer op oneigenlijke gronden te bewegen tot werkhervatting en het gebruik van de mobiele telefoon van het bedrijf voor het ontvangen en verzenden van berichten van seksuele aard, zouden leiden tot het einde van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter verwijt de werknemer bovendien dat hij het inzicht mist dat zijn gedrag niet acceptabel is, door vol te houden dat het om een privé-aangelegenheid gaat.
Omdat niet alleen sprake is van verwijtbaar gedrag dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt maar ook van ernstig verwijtbaar gedrag, ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zonder rekening te houden met de opzegtermijn en heeft de werknemer geen recht op de transitievergoeding. De door de werknemer geëiste billijke vergoeding wordt afgewezen, omdat de gang van zaken rond de voorgenomen beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet verwijtbaar was. De werknemer moet bovendien aan de werkgever een bedrag van € 1000 bruto aan loon terugbetalen, omdat de werknemer in negen dagen 1261 Whatsappberichten tijdens werktijd heeft verzonden en ontvangen en omdat hij vijf keer onder werktijd heeft afgesproken in een hotel of huisje.
Affectieve relaties op het werk vormen doorgaans een lastig probleem voor werkgevers omdat het enerzijds een privéaangelegenheid betreft terwijl het anderzijds hiërarchische of collegiale verhoudingen op het werk kan verstoren. In dat geval moet de rechter beoordelen of het privékarakter van de relatie dan wel de invloed daarvan op het werk moet prevaleren. Het feit dat de werknemer zijn positie als leidinggevende had misbruikt om de werknemer tot werkhervatting te bewegen door te suggereren dat anders zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd, het gebruik van de telefoon van de werkgever voor ongepaste doeleinden en het feit dat de Whatsappberichten veelvuldig tijdens werktijd werden gewisseld, zorgden er in dit geval voor dat de kantonrechter voldoende argumenten had om het beroep van de werknemer op het privékarakter van de relatie te weerleggen.