Loonsanctie ondanks positief deskundigenoordeel van UWV

Loonsanctie ondanks positief deskundigenoordeel van UWV
Datum: 20-09-2015
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2015 / 259
Vindplaats: Centrale Raad van Beroep 2 september 2015, www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:CRVB:2015:3002
Uitspraak

Een werkgever aan wie door het UWV een loonsanctie werd opgelegd wegens het plegen van te weinig re-integratie-inspanningen, mocht niet vertrouwen op het deskundigenoordeel van het UWV waaruit bleek dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever tot dat moment voldoende waren geweest, omdat het UWV in dat deskundigenoordeel een uitdrukkelijk voorbehoud had gemaakt voor de juistheid van de vaststelling van de belastbaarheid van de werkneemster door de bedrijfsarts.

Bij de werkgever was een schoonmaakster in dienst die op 23 maart 2010 ziek was uitgevallen wegens psychische en lichamelijke klachten. Op 15 september 2011 had de werkgever een deskundigenoordeel aan het UWV gevraagd, waarop het UWV had geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen tot dat moment voldoende waren geweest. Daarbij was echter vermeld dat de bedrijfsarts met zijn oordeel dat de werkneemster alleen onder rechtstreeks toezicht en/of met intensieve begeleiding werkzaam kon zijn, de re-integratie volledig blokkeerde. Het UWV had daarbij aangegeven dat de juistheid van dit oordeel van de bedrijfsarts zou worden getoetst bij de toetsing van het re-integratieverslag. Toen de werkneemster een WIA-uitkering ging aanvragen en het UWV derhalve het re-integratieverslag ging toetsen, oordeelde het UWV dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende waren geweest, omdat de bedrijfsarts een onjuiste inschatting had gemaakt van de arbeidsmogelijkheden van de werkneemster.
Nadat het UWV het bezwaar van de werkgever tegen de aldus opgelegde loonsanctie ongegrond had verklaard en nadat de rechtbank het beroep van de werkgever ongegrond had verklaard, moest de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep over de zaak oordelen. De Centrale Raad van Beroep was van mening dat de bedrijfsarts de aangenomen beperking niet kon verantwoorden, zodat het verwijt van het UWV dat de re-integratie werd geblokkeerd door een onjuist vastgestelde belastbaarheid terecht was. Omdat de werkgever verantwoordelijk is voor de inschakeling van de bedrijfsarts, werd de loonsanctie gehandhaafd.


Commentaar

Eerder had de Centrale Raad van Beroep in een uitspraak van 2011 geoordeeld dat de werkgever in beginsel mag uitgaan van de juistheid van een deskundigenoordeel, indien daarbij een bevestigend antwoord is verkregen op de vraag of voldoende re-integratie-inspanningen zijn gepleegd. De Centrale Raad van Beroep had daarbij destijds al overwogen dat het UWV geen voorbehoud had gemaakt ten aanzien van de juistheid van de door de bedrijfsarts vastgestelde belastbaarheid. Bij het deskundigenoordeel in het onderhavige geval was juist wel een dergelijk voorbehoud gemaakt. Daarom kon de werkgever zich niet op dat deskundigenoordeel beroepen, toen de juistheid van de vaststelling van de belastbaarheid door het UWV werd betwist. Werkgevers doen er daarom goed aan bij het aanvragen van een deskundigenoordeel over de gepleegde re-integratie-inspanningen uitdrukkelijk ook aan het UWV te vragen of de belastbaarheid van een werknemer juist is vastgesteld.