Vanaf 13 juni 2008 kunnen werkgevers gemakkelijker de door hen gemaakte kosten van de re-integratie van een arbeidsongeschikte werknemer verhalen op een derde die schuldig is aan de arbeidsongeschiktheid van de werknemer (bijvoorbeeld omdat die derde het verkeersongeval heeft veroorzaakt waardoor de werknemer arbeidsongeschikt is geworden). Dat is het gevolg van een wetswijziging die op die dag in werking is getreden.
De wet is een gevolg van een toezegging die de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Eerste Kamer had gedaan bij de behandeling van de WIA. De Eerste Kamer had toen gevraagd of het niet eens tijd werd voor een nieuwe regeling van de kosten van het verhaal van schade die de werkgever lijdt door de arbeids-ongeschiktheid van zijn werknemer. Die kosten kan de werkgever slechts verhalen tot het bedrag dat de schuldige derde aan de werknemer zelf zou hebben moeten betalen, als de werkgever de kosten van de werknemer niet zou hebben gedragen (deze beperking staat bekend als het zogenaamde “civiele plafond”). Volgens de wet is de schuldige derde namelijk alleen verplicht om schade te vergoeden aan degene die het letsel heeft geleden, in dit geval dus de werknemer. Voor de werkgever is een aparte regeling in het leven geroepen omdat, bijvoorbeeld door de betaling van loon tijdens ziekte, eigenlijk sprake is van verplaatste schade van de werknemer. Zonder die regeling zou het loon tijdens ziekte niet op de derde verhaald kunnen worden, omdat de werknemer geen schade lijdt als de werkgever het loon doorbetaalt en de werkgever wel schade lijdt maar niet degene is die het letsel heeft opgelopen. Het “civiele plafond” had tot gevolg dat de werkgever alleen het netto loon kon verhalen, omdat bij vergoeding aan de werknemer een uitkering ineens ter grootte van het netto loon onbelast zou kunnen plaatsvinden en voldoende zou zijn om de schade van de werknemer weg te nemen. Op de vraag van de Eerste Kamer of het verhaalsrecht van de werkgever zou kunnen worden uitgebreid tot het bruto loon of de loonkosten heeft de Minister destijds negatief gereageerd, maar hij heeft wel toegezegd buiten twijfel te stellen dat ook door de werkgever gemaakte re-integratiekosten moeten worden vergoed. Dat zijn immers ook kosten die de werknemer zelf zou hebben moeten maken als de werkgever die niet betaald zou hebben. In de praktijk werden werkgevers bij het verhaal van re-integratiekosten geconfronteerd met verweren van verzekeraars die verlangden dat aangetoond werd dat de werknemer deze kosten ook zelf gemaakt zou hebben of die stelden dat de werknemer die kosten niet behoefden te maken omdat de werkgever daartoe verplicht was. Hoewel deze verweren ook op grond van de jurisprudentie van de Hoge Raad al konden worden weerlegd, stelt de wet buiten twijfel dat ook re-integratiekosten verhaald kunnen worden. De wet treedt direct in werking en geldt zelfs voor lopende rechtszaken, maar partijen moeten dan wel de gelegenheid krijgen hun stellingen en conclusies in die zaken aan te passen.