Op maandag 3 juli 2006 gaat de wettelijke verplichting in om aan de belastingdienst opgave te doen van de eerste dag waarop een werknemer werkzaamheden gaat verrichten. Die opgave moet worden gedaan vóór die eerste dag, of als de werknemer zijn werkzaamheden aanvangt op dezelfde dag als waarop de dienstbetrekking is overeengekomen: vóór het tijdstip van aanvang van de werkzaamheden. De melding kan geschieden via de website van de belastingdienst, met aangifte- of administratiesoftware, of via een accountants-, administratie- of belastingadvieskantoor. Gemeld moeten worden: het loonheffingennummer van de werkgever, de voorletters en naam, de geboortedatum en het sofinummer van de werknemer en natuurlijk de datum van aanvang van werkzaamheden. Uitdienstmelding hoeft niet plaats te vinden. Dat gebeurt middels de aangifte loonheffing.
Melding dient plaats te vinden voor alle werknemers die werkzaamheden verrichten en waarvoor de werkgever loonheffing moet inhouden, dus ook voor werknemers met een fictieve dienstbetrekking, ook voor de directeur-grootaandeelhouder en de werknemer met een nulurencontract (alleen de eerste keer). Uitzendkrachten worden gemeld door het uitzendbureau. Pensioengerechtigden behoeven niet te worden gemeld omdat zij geen werkzaamheden verrichten. Arbeidskrachten die in het bezit zijn van een verklaring arbeidsrelatie ("VAR-WUO" of "VAR-DGA") behoeven niet te worden gemeld, omdat de werkgever voor hen niet inhoudingsplichtig is.
Met de eerstedagsmelding wil de wetgever zwart werken en illegale arbeid bestrijden. Het niet doen van de eerstedagsmelding wordt daarom zwaar bestraft. Er volgt niet alleen een boete van € 1.134, maar ook wordt een naheffingsaanslag opgelegd op grond van het door de werkgever te weerleggen vermoeden dat de betreffende werknemer zes maanden lang in dienst is, waarbij premies worden geheven zonder rekening te houden met een franchise en de maximering van het premieloon.
De sancties kunnen hoog oplopen, met name omdat die vaak zullen samenlopen met de toepassing van het anoniementarief voor in elk geval de loonbelasting en mogelijk ook de premies werknemersverzekeringen en Zorgverzekeringswet (indien ook geen identificatie van de werknemer heeft plaatsgevonden of diens NAW-gegevens niet zijn verstrekt). Stel dat de eerstedagsmelding achterwege blijft van een werknemer met een loon van € 2.000 per maand + vakantietoeslag. Er volgt dan een naheffingsaanslag loonbelasting van op basis van het gebruteerd eindheffingstarief over zes maanden x 2.000 x (in verband met vakantietoeslag) 1,08 = € 12.960, zijnde € 8.060. Voor premieheffing werknemersverzekeringen geldt ofwel dat géén premies verschuldigd (omdat sprake is van illegaal in Nederland verblijvende personen, die niet verzekerd zijn) ofwel dat het anoniementarief van toepassing is. Dit houdt in dat de zogenaamde WW-franchise niet van toepassing is alsmede het maximum voor het premieloon buiten beschouwing blijft. De hoogte van de premies wordt sterk bepaald door de branche waarin de werkgever is ingedeeld, maar kan oplopen tot zo