Inlenen van personeel van ander bedrijf geen overgang onderneming

Inlenen van personeel van ander bedrijf geen overgang onderneming
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1998 / 17
Vindplaats: Zie: kantonrechter Utrecht 26 november 1997, JAR 1998, 42
Uitspraak

Mevrouw L. werkte in de kantine van de universiteit van Utrecht. De exploitant van deze kantine werkte deels met eigen werknemers en deels met ingehuurde arbeidskrachten, waaronder mevrouw L. Vanaf 1 september 1997 besluit de exploitant om de arbeidskrachten van een ander bedrijf in te huren. Dit bedrijf huurt slechts 14 van de 22 werknemers opnieuw in. Mevrouw L. valt buiten de boot. Zij stelt nu dat sprake is van de overgang van een onderneming en dat zij daardoor van rechtswege in dienst is gekomen bij het bedrijf waar de exploitant van de kantine nu zijn personeel inhuurt.
De kantonrechter te Utrecht oordeelt echter dat geen sprake is van de overgang van een onderneming, omdat het uitsluitend overnemen van ingeleend personeel zonder activa en activiteiten niet kan worden gezien als de een overgang van een duurzame entiteit in de zin van de Europese Richtlijn inzake overgang van ondernemingen.


Commentaar

Bij de overgang van een (zelfstandig deel van) een onderneming gaan de rechten en verplichtingen van de werknemers die in dat (deel van) de onderneming werkzaam zijn van rechtswege over op de verkrijger van de onderneming. Dit gebeurt op grond van een Europese Richtlijn, die in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek is verwerkt. Voor de overgang van een onderneming is vereist dat de identiteit van de onderneming (zeg maar: de werkzaamheden) dezelfde blijft. Aan deze eis was in dit geval wel voldaan. Het ging voor de werkneemster toch fout omdat hetgeen werd overgedragen (slechts een deel van het ingeleend personeel en geen activa of activiteiten) onvoldoende duurzaam was om van een onderneming te kunnen spreken.