Ouderschapsverlof

Ouderschapsverlof
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1996 / 5
Vindplaats: Bron: ArbeidsRecht 1996/10, nr. 56
Uitspraak

Het recht op part-time werk staat op het moment (mede door het wel al door de Tweede Kamer maar nog niet door de Eerste Kamer aangenomen initiatief-wetsvoorstel van het Groen Links-kamerlid Rosenmöller) volop in de belangstelling. Dit was voor mr drs J.J. Dijk (advocaat te Amsterdam) aanleiding een onderzoek te doen naar de jurisprudentie met betrekking tot het ouderschapsverlof. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het oktober-nummer van het blad ArbeidsRecht. Onderstaand volgt een korte bloemlezing uit de daar gepubliceerde rechtspraak.
Artikel 7a:1638oo van het Burgerlijk Wetboek geeft werknemers sinds 1 januari 1991 de mogelijkheid om gedurende een periode van maximaal zes maanden onbetaald verlof op te nemen voor de verzorging van jonge kinderen. Het verlof dient aaneengesloten te worden opgenomen. Elke ouder mag verlof opnemen voor één kind jonger dan 4 jaar. De werknemer moet tenminste 20 uur per week blijven werken. Om voor ouderschapsverlof in aanmerking te komen moet de arbeidsovereenkomst eerst een jaar hebben geduurd. Afwijking van deze wettelijke regeling bij C.A.O. is mogelijk.
Hoewel het doel van ouderschapsverlof is om ouders in staat te stellen jonge kinderen zelf te verzorgen, staat aan opname van het ouderschapsverlof niet in de weg dat deze intentie ontbreekt. Opname van ouderschapsverlof met het doel de woning te verbouwen werd toelaatbaar geacht. Wel werd aangetekend dat een beroep op misbruik van recht onder zeer bijzondere omstandigheden mogelijk is, bijvoorbeeld als het verlof wordt opgenomen om bij een andere werkgever werkzaamheden tegen betaling te verrichten.
Voor het opnemen van ouderschapsverlof staan regels in de wet (twee maanden tevoren aanvragen; wijze van opname aangeven; weigering van wijze opname verlof door werkgever tot vier weken voorafgaand aan ingangsdatum verlof). Uit de jurisprudentie blijkt dat de werkgever verregaand rekening moet houden met de belangen van de werknemer ten aanzien van de wijze van opname van het verlof. Een weigering van de voorgestelde wijze van opname van het verlof moet in elk geval voortvarend en tijdig worden gedaan.Het ouderschapsverlof werd opgeschort en ging dus nog niet in, toen bleek dat de werknemer bij aanvang van het verlof ziek was.
Tijdens het ouderschapsverlof heeft de werknemer in beginsel het recht zijn eigen functie te blijven uitoefenen. Van de werkgever wordt gevergd daartoe desnoods aanpassingen in de organisatie van de werkzaamheden aan te brengen. Alleen in geval van zakelijke en zwaarwichtige redenen kunnen aan de werknemer tijdens het ouderschapsverlof tijdelijk andere werkzaamheden worden opgedragen.


Commentaar

Op 3 september 1996 is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel aanhangig gemaakt dat de mogelijkheid biedt om in plaats van 6 maanden deeltijdverlof, 3 maanden voltijdverlof op te nemen. De maximale leeftijd van het kind waarvoor ouderschapsverlof wordt opgenomen wordt met twee jaar verhoogd. Afwijkingen van deze regeling bij overeenkomst tussen de werkgever en werknemer wordt mogelijk gemaakt.