UWV is verplicht WGA-uitkering op eigenrisicodrager te verhalen

UWV is verplicht WGA-uitkering op eigenrisicodrager te verhalen
Datum: 31-01-2016
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2016 / 265
Vindplaats: Centrale Raad van Beroep 8 januari 2016, www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:CRVB:2016:101
Uitspraak

Een werkgever maakte tevergeefs bezwaar tegen besluiten van het UWV om de WGA-uitkering van een ex-werkneemster op hem te verhalen, omdat de werkgever verzuimd had bezwaar te maken tegen het besluit van het UWV, waarbij het UWV had bepaald dat de WGA-uitkering voor rekening van de werkgever zou komen.

Een werkgever neemt in 2009 een bedrijf over. Per 1 januari 2010 besluit de werkgever eigenrisicodrager te worden voor de WGA. Daaraan voorafgaand laat de werkgever een onderzoek doen in de administratie en worden zogenaamde “instroomlijsten” opgevraagd bij de belastingdienst. In oktober 2010 meldt een werkneemster waaraan in 2008 een WGA-uitkering was toegekend, die in 2009 weer was beëindigd, zich toegenomen arbeidsongeschikt als gevolg van dezelfde oorzaak als die ter zake waarvan eerder de WGA-uitkering was toegekend. Het UWV heropent de WGA-uitkering en deelt de werkgever mede dat deze WGA-uitkering voor rekening van de werkgever komt. Omdat de werkgever van het bestaan van de ex-werkneemster en diens WGA-uitkering niet op de hoogte was en omdat deze ook niet was vermeld op de instroom van de belastingdienst, neemt de werkgever contact op met het UWV, maar het UWV belt niet terug ondanks dat dit wel was toegezegd. Als het UWV de WGA-uitkering van de ex-werkneemster op de werkgever verhaalt, maakt de werkgever bezwaar tegen de verhaalsbesluiten. De werkgever wordt echter in bezwaar door het UWV, in beroep door de rechtbank en in hoger beroep door de Centrale Raad van Beroep in het ongelijk gesteld omdat de werkgever verzuimd had bezwaar te maken tegen het besluit waarbij werd bepaald dat de WGA-uitkering voor rekening van de werkgever zou komen. Het UWV was daarna verplicht de WGA-uitkering op de eigenrisicodrager te verhalen. De Centrale Raad van Beroep herhaalt eerdere jurisprudentie op grond waarvan bijzondere omstandigheden denkbaar zijn waarin strikte toepassing van dwingendrechtelijke bepalingen zo zeer in strijd te achten is met algemene rechtsbeginselen, dat die toepassing geen rechtsplicht meer kan zijn. De Centrale Raad van Beroep is evenwel van mening dat van dergelijke bijzondere omstandigheden geen sprake is. Gewezen wordt op de eigen onderzoeksplicht van de werkgever en op het niet maken van bezwaar tegen het toerekeningbesluit. Het verkrijgen van onjuiste informatie van derden (de belastingdienst) komt volgens de Centrale Raad van Beroep voor rekening van de werkgever.


Commentaar

Bij het maken van bezwaar dient onderscheid te worden gemaakt tussen het uitkeringsbesluit (waarbij de uitkering wordt toegekend), het toerekeningbesluit (waarbij wordt bepaald dat de uitkering voor rekening van de eigenrisicodrager komt) en het verhaalsbesluit (waarbij wordt bepaald welk bedrag de eigenrisicodrager over een bepaalde periode moet betalen). Gelet op de bezwaren van de werkgever had deze juist bezwaar moeten maken tegen het toerekeningbesluit en dat was nu juist het enige besluit waartegen geen bezwaar was gemaakt. Eerder al heeft de Centrale Raad van Beroep in een soortgelijk geval de eigen verantwoordelijkheid van de eigenrisicodrager benadrukt. De Centrale Raad van Beroep maakt zich echter wel erg gemakkelijk af van het feit dat de WGA-uitkering niet was vermeld op de instroomlijst van de belastingdienst. De gegevens daarop zijn afkomstig van het UWV. Als die gegevens dan vervolgens niet blijken te kloppen (wat in de praktijk helaas nogal eens voorkomt), dan is dat aan het UWV toe te rekenen en ligt het helemaal niet zo voor de hand dat de uitkering toch voor rekening van de werkgever moet komen.